Wandelingen

Trainingen en shows

Terug

Nog meer

"Fokkers"

Von de Flammert
Nieuw Bergen 7 maart 1999

Van de Oldemoat
Mariënberg 30 juni 2002

Shadow of Grey
Neuss 10 augustus 2002

Vom Wolfshof
Marle 27 april 2003

d'Oude Germaen
Goirle 19 januari 2003

Van Doornenburg
Barneveld 7 maart 2003

Vom Schwarzen Panther Reclinghausen
27 september 2003

Vom Eggetraum
26 oktober 2003

Van Stoopy
Puth 6 februari 2004

Yentle's Yard
Tiel 6 juni 2004

Van 't Olde Salland
Slagharen 4 september 2004

Van Chika's Erf
Oirschot 16 mei 2005

Of Shinji's Star
Bellingwolde 3 augustus 2005

Van de Ooghduyn Pietertjeshoeve
Callantsoog 4 september 2005

Spirit of Silverwolf
Neurhede 11 september 2005

Van de Kooihoeven
De Kooi 25 mei 2007

Van 't Hogeland
Eenrum 2 maart 2008

Als de aspirantpupkoper na lang wikken en wegen eindelijk besloten heeft: "ja, ik wil een Oud-Duitse herderpup," dan is er vaak geen houden aan. We willen de hond het liefst zo snel mogelijk. Het besluit om een pup te kopen gaat met veel emotie gepaard en juist op zo’n moment is behoefte aan een extra dosis gezond verstand. Velen zijn u voorgegaan en daaronder zijn er geweest die met schade en schande en soms veel verdriet wijs zijn geworden. Het Oud-Duitse herdershondenras wordt zoals zoveel grote hondenrassen geteisterd door erfelijke afwijkingen zoals heupdysplasie (HD). Onze eerste Oud-Duitse herdershond, een prachtige gitzwarte hond met mooie lange manen, hebben we op een leeftijd van 3,5 jaar in moeten laten slapen. Zoveel ellende en verdriet wens je je ergste vijand niet toe. Lothar had niet alleen HD, maar ook nog spondylose (pijnlijke vergroeiingen aan de ruggengraat) en acute hernia. Wij zijn dus een beetje ervaringsdeskundigen waar het ODH-ellende aangaat. Ik kan dus ook bijzonder boos worden als ik een fokker hoor zeggen “een hond is meer dan heupen alleen”. Een bekende dooddoener. Het is voor een fokker namelijk makkelijk praten. Hij of zij heeft geen last van HD, de erfelijke afwijking gaat namelijk met de pup mee naar de nieuwe eigenaar. Laat u ook nooit wijs maken dat de HD komt door verkeerd voedsel, gladde vloeren of ruwe spelletjes. Als een fokker zoiets beweerd, weet u gelijk, dit is een "foute fokker". Heupdysplasie is een erfelijke afwijking en bovendien levensbedreigend voor de hond. In ieder geval worden honden met HD minder oud dan honden zonder deze kwaal. Om aspirant pupkopers te helpen om niet dezelfde fouten te maken die anderen voor u wel gemaakt zijn hier 10 belangrijke punten, “Tien geboden”, stof tot nadenken voor aspirant pupkopers.
Garantie kunt u nergens krijgen, maar door een bewuste en verantwoorde keuze te maken ondersteunt u in ieder geval de gezondmaking van het Oud-Duitse herdershondenras!

Als u er over denkt om een Oud-Duitse herdershond te nemen en u wilt zich oriënteren, is het verstandig eerst eens met wandeling mee te gaan. Bij wandelingen zijn honden van verschillende leeftijden en van diverse fokkers aanwezig. Door tijdens zo’n wandeling met de eigenaren van de honden van gedachten te wisselen kunt u al heel wat kennis vergaren.

Waar u op moet letten tijdens het bezoek aan een fokker en waar u naar moet vragen:

  1. Neem tijdens het eerste bezoek niet gelijk een beslissing, hoe verleidelijk dat ook is. Bezoek altijd een tweede fokker, dan heb je in ieder geval vergelijkingsmateriaal.
  2. Hoeveel honden heeft de fokker eigenlijk? Een fokker die meer dan tien honden heeft, kan deze honden nooit allemaal de aandacht geven die normaal gesproken nodig is.
  3. Hoeveel nestjes fokt deze fokker per jaar? Als het herhaaldelijk voorkomt dat er twee nestjes tegelijk zijn, weet u dat u met een broodfokker te maken heeft.
  4. Vraag waar de werpkist komt te staan en waar de pups de eerste acht weken zullen opgroeien.
    Vraag ook hoe de pups gesocialiseerd worden: hoe ze met andere mensen dan de fokker in aanraking komen, vooral met kinderen. Ook contact met andere honden is belangrijk. De buitenwereld, de drukte van een winkelstraat, het vervoer met de auto, trein, etc. Heel belangrijke ervaringen voor een pup tijdens de vierde tot en met de achtste week. Allemaal onontbeerlijk om van de pups stabiele honden te maken. Een deel van uw wereld wordt ook de wereld van de pup; zal hij daaraan kunnen wennen? Het is net als met mensen: wat tijdens de jeugd verkeerd gaat, is later nooit meer in te halen.
  5. Wat is de gezondheidssituatie van de fokdieren, de reu en de teef? Vraag altijd of je de beoordeling of uitslagen mag zien van de HD- en ED-foto’s (standaard röntgenen of PennHIP). Als daar moeilijk over gedaan wordt en je krijgt die uitslagen niet te zien, weet je dat de fokker of geen openheid van zaken wil geven of dat er helemaal geen foto's met uitslagen van deze honden zijn. Een fokker met goede honden wil daar maar al te graag bewijzen van laten zien!
  6. Vraag altijd hoe de honden zijn gehuisvest en of je de verblijven mag zien. Bedenk ook op welke manier u zelf de zult houden en of dat enigszins overeenstemt.
  7. Vraag de fokker welke fokfilosofie deze aanhangt en op welke manier hij/zij bijdraagt aan rasverbetering.
  8. Oud-Duitse herdershonden zijn van oorsprong gebruikshonden. Op welke manier laat de fokker zijn of haar honden zowel lichamelijk als geestelijk aan hun trekken komen? Met andere woorden: wat doet de fokker eigenlijk nog meer met zijn of haar honden naast het fokken?
  9. Binnen de Duitse herdershondenwereld is een scheiding der geesten ontstaan: er is een kamp van kynologenlijnen (fokken op uiterlijk, vooral voor de show) en een kamp van werkhondenlijnen. Zo’n zelfde tweedeling dreigt nu ook in de Oud-Duitse herdershondenwereld. Wat is de positie van de fokker in deze?
  10. Als de fokker u na al deze kritische vragen woedend de deur wijst. Dan moet u zich afvragen of het wel een goede fokker is.

En u, bent u zelf door alle discussie zo in de sfeer gekomen dat u bereid bent om een echt hondenmens te worden? Zo ja, dan gaan we de goede kant op!

Meer over het verbeteren van de gezondheid bij grote hondenrassen vindt u op www.pennhipforum.nl