Als de aspirantpupkoper na lang wikken en wegen eindelijk besloten heeft: "ja, ik wil een Oud-Duitse herderpup," dan is er vaak geen houden aan. We willen de hond het liefst zo snel mogelijk. Het besluit om een pup te kopen gaat met veel
emotie gepaard en juist op zo’n moment is behoefte aan een extra dosis gezond
verstand. Velen zijn u voorgegaan en daaronder zijn er geweest die met schade
en schande en soms veel verdriet wijs zijn geworden. Het Oud-Duitse
herdershondenras wordt zoals zoveel grote hondenrassen geteisterd door erfelijke
afwijkingen zoals heupdysplasie (HD). Onze eerste Oud-Duitse herdershond, een
prachtige gitzwarte hond met mooie lange manen, hebben we
op een leeftijd van 3,5 jaar in moeten laten slapen. Zoveel ellende en verdriet
wens je je ergste vijand niet toe. Lothar had niet alleen HD, maar ook nog
spondylose (pijnlijke vergroeiingen aan de ruggengraat) en acute hernia. Wij zijn
dus een beetje ervaringsdeskundigen waar het ODH-ellende aangaat. Ik kan dus ook
bijzonder boos worden als ik een fokker hoor zeggen “een hond is meer dan heupen
alleen”. Een bekende dooddoener. Het is voor een fokker namelijk makkelijk
praten. Hij of zij heeft geen last van HD, de erfelijke afwijking gaat namelijk
met de pup mee naar de nieuwe eigenaar. Laat u ook nooit wijs maken dat de HD
komt door verkeerd voedsel, gladde vloeren of ruwe spelletjes. Als een fokker
zoiets beweerd, weet u gelijk, dit is een "foute
fokker". Heupdysplasie is een erfelijke afwijking en bovendien levensbedreigend
voor de hond. In ieder geval worden honden met HD minder oud dan honden zonder deze
kwaal. Om aspirant pupkopers te helpen om niet dezelfde fouten te maken die
anderen voor u wel gemaakt zijn hier 10 belangrijke punten, “Tien geboden”,
stof tot nadenken voor aspirant pupkopers.
Garantie kunt u nergens krijgen, maar door een bewuste en verantwoorde keuze te
maken ondersteunt u in ieder geval de gezondmaking van het Oud-Duitse
herdershondenras!
Als u er over
denkt om een Oud-Duitse herdershond te nemen en u wilt zich oriënteren, is het verstandig eerst eens met wandeling mee te gaan. Bij wandelingen zijn
honden van verschillende leeftijden en van diverse fokkers aanwezig. Door
tijdens zo’n wandeling met de eigenaren van de honden van gedachten te wisselen
kunt u al heel wat kennis vergaren.
Waar u op moet
letten tijdens het bezoek aan een fokker en waar u naar moet vragen:
- Neem
tijdens het eerste bezoek niet gelijk een beslissing, hoe verleidelijk dat
ook is. Bezoek altijd een tweede fokker, dan heb
je in ieder geval vergelijkingsmateriaal.
- Hoeveel
honden heeft de fokker eigenlijk? Een fokker die meer dan tien honden heeft,
kan deze honden nooit allemaal de aandacht geven die normaal gesproken
nodig is.
- Hoeveel
nestjes fokt deze fokker per jaar? Als het herhaaldelijk voorkomt dat er
twee nestjes tegelijk zijn, weet u dat u met een broodfokker te maken
heeft.
- Vraag waar
de werpkist komt te staan en waar de pups de eerste acht weken zullen
opgroeien.
Vraag ook hoe de pups gesocialiseerd worden: hoe ze met andere mensen dan de
fokker in aanraking komen, vooral met kinderen. Ook contact met andere
honden is belangrijk. De buitenwereld, de drukte van een winkelstraat, het
vervoer met de auto, trein, etc. Heel belangrijke ervaringen voor een pup
tijdens de vierde tot en met de achtste week. Allemaal onontbeerlijk om van de pups
stabiele honden te maken. Een deel van uw wereld wordt ook de wereld van de
pup; zal hij daaraan kunnen wennen? Het is net als met mensen: wat tijdens de jeugd
verkeerd gaat, is later nooit meer in te halen.
- Wat is de
gezondheidssituatie van de fokdieren, de reu en de teef? Vraag altijd of je
de beoordeling of uitslagen mag zien van de HD- en ED-foto’s (standaard röntgenen of PennHIP). Als daar moeilijk over gedaan wordt en je krijgt die uitslagen niet
te zien, weet je dat de fokker of geen openheid van zaken wil geven of
dat er helemaal geen foto's met uitslagen van deze honden zijn. Een fokker met
goede honden wil daar maar al te graag bewijzen van laten zien!
- Vraag
altijd hoe de honden zijn gehuisvest en of je de verblijven mag zien.
Bedenk ook op welke manier u zelf de zult houden en of dat enigszins
overeenstemt.
- Vraag de
fokker welke fokfilosofie deze aanhangt en op welke manier hij/zij bijdraagt
aan rasverbetering.
- Oud-Duitse herdershonden zijn van oorsprong gebruikshonden.
Op welke manier
laat de fokker zijn of haar honden zowel lichamelijk als geestelijk aan hun
trekken komen? Met andere woorden: wat doet de fokker eigenlijk nog meer met zijn of haar
honden naast het fokken?
- Binnen de
Duitse herdershondenwereld is een scheiding der geesten ontstaan: er is een
kamp van kynologenlijnen (fokken op uiterlijk, vooral voor de show) en een
kamp van werkhondenlijnen. Zo’n zelfde tweedeling dreigt nu ook in de
Oud-Duitse herdershondenwereld. Wat is de positie van de fokker in deze?
- Als de fokker
u na al deze kritische vragen woedend de deur wijst. Dan moet u zich afvragen of
het wel een goede fokker is.
En u, bent u zelf door alle discussie zo in de sfeer gekomen dat u bereid bent om een echt hondenmens te worden?
Zo ja, dan gaan we de goede kant op!
Meer
over het verbeteren van de gezondheid bij grote hondenrassen vindt u op
www.pennhipforum.nl